Plotseling was het zover.
Voor de wetenschap gingen ze dus een stukje spier uit mijn been halen.
Zonder er echt geestelijk op voorbereid te zijn werd ik gebeld dat een andere proefpersoon ziek was geworden, of ik dan misschien vandaag kon...? 'Het moet er toch van komen met dat onderzoek', dacht ik, en sprong erin.
Volkomen onverwacht zag ik dus de binnenkant van mijn been.
Of nou, ik zag niet eens het stukje spierweefsel dat de onderzoeker voor
Omkleden, uitkleden, uitleg. [entree medisch personeel]
'Die sokken kunnen niet hoor, er zitten gaten in!' sprak de ingevlogen chirurg. Ik voelde niet de behoefte mijn sokkenbeleid of welk onderdeel van mijn voorkomen dan ook te verdedigen, dus besloot dat dit zijn schamele poging tot geruststelling mijnerzijds moest wezen. Het leek me verder wel een sympathiek iemand. Hij raakte bovendien kort mijn voet aan, een vorm van contact maken die me niet tegenstond. Een vriendelijk kneepje van iemand die je erna gaat snijden: het eerste lichamelijk contact is dan in ieder geval niet zo ultiem vijandig.
Ik werd alleen verre van gerustgesteld door zijn verdere praatje: 'normaal gesproken verwijder ik slokdarmen'. Fantasie uit, graag - vooral het beeldende gedeelte. Voor de chirurg in kwestie misschien dagelijkse chit-chat, maar voor de gezonde leek nogal plastisch en verontrustend. Hij zou eens verleid worden tot verwijdering van een complete spier - 'oeps'.
De onderzoeker stond er wat stilletjes bij, maar na de uitleg en verdere grappen ('die keren dat we een been moesten amputeren, oh, daar hebben we het niet meer over - toch?') begon het gebeuren. Zoals dat schijnt te gaan in het ziekenhuis:
ontsmetten met raar roze spul en
plaatselijke verdoving.
En dan het mes er in.
[Wordt vervolgd]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Schrijf hier iets, als je daar zin in hebt!